Van Gogh's texts

From ScenarioThinking
Jump to navigation Jump to search

Ingekorte citaten, direct te gebruiken:

I: intro of II: tracing the lines
1. ...terwijl ik bezig ben aan die boeren om een schotel aardappels. (495)
2. zoals de schets nu is, zit er geloof ik wel leven in. (495)
3. ...ik zie kans om een gevoelde impressie te geven van wat ik zie (495)
4. Ziehier hoe de compositie nu geworden is. (495)

III: light the lamp
NB: toepasselijke citaten over kaarslicht of sterrenlicht heb ik niet kunnen vinden, ook niet in latere periodes. Alleen iets over sterrennacht, maar overduidelijk niet van toepassing. Over lichteffecten in het algemeen ook weinig bruikbaars, alleen: je zou in de diepte moeten afdalen en de lichteffecten moeten schilderen. (810 [610] [F, ca. 8 oktober 188) Vind ik zelf ook niet echt bruikbaar
Wel een paar leuke citaten over lampjes:
1. Hier is 't motief een grijs interieur, verlicht door een lampje. (502)[begin mei 1885]
2. dat alles wanneer men door de haren van de ogen ziet blijkt bij 't licht der lamp zeer donker grauw te zijn (502)[begin mei 1885]
3. ...en de lamp, ofschoon geel-ros schijnsel zijnde, lichter nog dan 't wit (502)[begin mei 1885]
De beste oplossing lijkt me echter om het volgende citaat in drieën te hakken, het blijft 1 lopende zin waarvan je benieuwd bent naar het einde, waar dan pas iets concreets over de soort licht wordt gezegd:
4 Ik schilder tegenwoordig niet alleen zolang 't licht is, doch zelfs 's avonds [...]
5. om zo mogelijk iets te vatten van de eigenaardige effecten van verlichting 's avonds,
6. met b.v. een grote slagschaduw op de muur. (488 [395], ca. 1 maart 1885)

IV: add the 5th person
zelfde idee als hierboven, 1 citaat in drie stukken:
1. Ik heb de hele winter lang...
2. de draden van dit weefsel in handen gehad...
3. en het definitieve patroon gezocht (501)
En dan afsluiten met:
4. Ziehier hoe de compositie nu geworden is. Ik heb het op een vrij groot doek geschilderd en zoals de schets nu is, zit er geloof ik wel leven in. (495)

V: place the hands
1. Ik heb ook weer een aantal [handen] getekend, misschien zoudt ge er wat in vinden, misschien ook niet (483, ca. 24 januari 1885)
2. Ik doe voor alles mijn best er leven in te brengen (500)
3. dat zij met die handen die zij in de schotel steken, zelf de aarde hebben omgespit 501)
4. ...dat zij hun eten zo eerlijk verdiend hebben.(501)
1. Ik heb […] de handen vooral veel veranderd. (500)

VI: rub through
1. Het is zeer donker echter en in het wit b.v. is haast niet eens wit gebruikt (502)[begin mei 1885]
2. ...doch eenvoudig de neutrale kleur, die ontstaat als men rood, blauw, geel dooreen mengt (502)[begin mei 1885]
3. Die kleur is dus op zichzelf een vrij donker grijs, maar doet wit in 't schilderij... (502)[begin mei 1885]
4. wat men noemt vleeskleur. (502)[begin mei 1885]
5. Doch ik heb ze [...] zo eens geschilderd: wat geel oker, rood oker en wit b.v. (502)[begin mei 1885]
6. Maar dat [de vleeskleur] was veel te licht en deugde bepaald niet. (502)[begin mei 1885]
7. ik heb ze grif overgeschilderd zonder genade, en de kleur waar ze nu mee geschilderd zijn is zowat de kleur van een goed stoffige aardappel, ongeschild natuurlijk (502)
NB: als niet alle citaten gebruikt kunnen worden graag 4,5 en evt. 3 weglaten.


VII: portraits
1.…een hele winter van studiekoppen & handen schilderen (501)
2.De koppen die ik u beloofde, heb ik enige van klaar, doch nog niet geheel droog. (489)
3. .. ze zijn in een donkere hut geschilderd & 't zijn 'studies' in de regelrechte zin van 't woord. (489)
4....ruwe, platte gezichten met laag voorhoofd en dikke lippen, niet dat scherpe, maar vol en Millet-achtig (454)


VIII: einde
1. Door op alle uren van de dag voortdurend het boerenleven te zien, ben ik er zo in geraakt dat werkelijk ik aan niets anders haast ooit denk. (496)
2. Doch wat moet ik doen met het schilderij? Ik heb het nu weer in de hut om er naar de natuur nog dingen aan te doen. Ik geloof echter, ik het af zal krijgen — dit bij wijze van spreken, want mijn eigen werk zal ik eigenlijk nooit af of klaar vinden zelf. (502).
NB. idee voor het einde: stilstaand beeld van schilderij, iets vervaagd, of alleen zwart, en dan bijv. de volgende teksten (of alleen nr. 2) als een soort aftiteling door het beeld laten lopen. Het eerste citaat geeft aan dat het schilderen van het boerenleven voor Van Gogh een continu proces is, en het tweede dat hij zelf zijn eigen werk nooit 'af' vond, en erover bleef nadenken, onzeker bleef piekeren, etc. Leek me wel een mooie afsluiting, wat denken jullie??



Eerste versie (volledige citaten), om evt. nog dingen in op te zoeken:

I: intro of II: tracing the lines
1.Hierbij gaan twee krabbels naar een paar studies die ik maakte, terwijl ik tevens bezig ben opnieuw aan die boeren om een schotel aardappels. (495)
2.Ziehier hoe de compositie nu geworden is. Ik heb het op een vrij groot doek geschilderd en zoals de schets nu is, zit er geloof ik wel leven in. (495)
3.Op het punt waar ik nu sta echter, zie ik kans om een gevoelde impressie te geven van wat ik zie. (495)

III: light the lamp
(nog geen geschikte citaten gevonden, hebben we hier ook citaten nodig?)
yes we need 3 texts, pehaps:
1. one on star/moon light
2. one on candle light
3. one on a oil lamp
3. Ik schilder tegenwoordig niet alleen zolang 't licht is, doch zelfs 's avonds bij de lamp in de hutten, als ik ternauwernood iets op mijn palet kan onderscheiden, om zo mogelijk iets te vatten van de eigenaardige effecten van verlichting 's avonds, met b.v. een grote slagschaduw op de muur. (488 [395], ca. 1 maart 1885)


IV: add the 5th person
Ik heb de hele winter lang de draden van dit weefsel in handen gehad en het definitieve patroon gezocht (501)

V: place the hands
1.Ik heb […] de handen vooral veel veranderd. Ik doe voor alles mijn best er leven in te brengen (500)
2.…een hele winter van studiekoppen & handen schilderen (501)
3. dat die luitjes, die bij hun lampje hun aardappels eten, met die handen die zij in de schotel steken, zelf de aarde hebben omgespit en het spreekt dus van handenarbeid en van — dat zij hun eten zo eerlijk verdiend hebben.(501)
4.Ik ben steeds werkende aan diverse koppen enz. — handen. Ik heb er ook weer een aantal getekend, misschien zoudt ge er wat in vinden, misschien ook niet (483, ca. 24 januari 1885)

VI: rub through

(gaat dit over het ontstaan van kleur in de Aardappeleters?? als dat zo is, wellicht een van de volgende citaten:)
1.Nu de vleeskleuren – ik weet wel dat die bij oppervlakkige beschouwing, n.l. als men er niet bij doordenkt, het lijkenen wat men noemt vleeskleur.(502)
2.wat geel oker, rood oker en wit b.v. Maar dat was veel te licht en deugde bepaald niet.(502)
3.ik heb ze grif overgeschilderd zonder genade, en de kleur waar ze nu mee geschilderd zijn is zowat de kleur van een goed stoffige aardappel, ongeschild natuurlijk (502)
4.'ses paysans semblent peints avec la terre qu'ils ensemencent.' (502)
5.wel eist dunkt me het sch_ gezien te worden tegen een toon als goud of koper. Omdat daardoor het gemarmerde verdwijnt en het blijkt dat de lichten nog diep staan. (503)
6.En hoezeer komt het erop aan op 't palet die kleuren die men niet noemen kan en waaruit eigenlijk alles — als grondslag — bestaat, te weten te maken. (499)


VII: portraits
1.De koppen die ik u beloofde, heb ik enige van klaar, doch nog niet geheel droog. Doch zoals ik reeds schreef, ze zijn in een donkere hut geschilderd & 't zijn 'studies' in de regelrechte zin van 't woord. (489)
2.stel dat slechts 1 van de 10 of 20 studies die ik maak, iets hebbe dat ze de moeite waard doe zijn om te zien — die enkele, 't zij meer 't zij minder in getal, al zijn ze nu niets waard, zijn 't later wellicht wel. (489)
3.Wilde u nog zeggen dat ik druk werkende ben aan de aardappeleters. Ik heb die op een nieuw doek hervat en van de koppen opnieuw studies geschilderd… (500)
4.…een hele winter van studiekoppen & handen schilderen (501)
5.indien ik nog maar eens geschikte modellen, juist van het type dat ik in 't hoofd heb (ruwe, platte gezichten met laag voorhoofd en dikke lippen, niet dat scherpe, maar vol en Millet-achtig) en juist met die kleding kan krijgen (454)
6.Ik ben steeds werkende aan diverse koppen enz. — handen. Ik heb er ook weer een aantal getekend, misschien zoudt ge er wat in vinden, misschien ook niet (483, ca. 24 januari 1885)